{"id":53300,"date":"2023-12-29T18:51:55","date_gmt":"2023-12-29T18:51:55","guid":{"rendered":"https:\/\/www.parabuild.com\/parabuild-version-8-now-available\/"},"modified":"2023-12-29T19:13:54","modified_gmt":"2023-12-29T19:13:54","slug":"parabuild-version-8-now-available","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/www.parabuild.com\/nl\/parabuild-version-8-now-available\/","title":{"rendered":"Parabuild version 8 now available"},"content":{"rendered":"
De instellingen van de werktekeningen kunnen nu afhankelijk worden gemaakt van het type of eigenschappen van elk onderdeel of samenstelling.<\/span> Enkele toepassingsvoorbeelden voor deze nieuwe mogelijkheid zijn :<\/span><\/p>\n <\/p>\n <\/p>\n Met deze tools kan de tekenaar zeer snel overzichtplans, doorsnedes en details aan de montageplans toevoegen, waarbij de automatische plaatsing van benoemingen automatisch gebeurt.<\/span><\/p>\n Door de weergave-instellingen vooraf te configureren, kunnen sommige zichten andere benoemingen of weergave hebben dan andere zichten, zoals uitgeschakelde of ingeschakelde verborgen lijnen.<\/span><\/p>\n E\u00e9n enkele camera in het model kan nu worden gebruikt als basis voor meerdere zichten die elk een ander kijkpunt hebben en een andere weergave en benoemingen kunnen hebben. Bij het aanmaken kan elk zicht met \u00e9\u00e9n klik per zicht achter elkaar worden geplaatst<\/span><\/p>\n In deze update krijgt de gebruiker meer controle over kleuren en lijntypes van de zichten op werktekeningen en overzichtstekeningen. Zo kunnen deze individueel worden geconfigureerd per bewaarde “representatie stijl”. Ook zal het mogelijk zijn om de kleuren en layers van 3D objecten over te brengen naar de 2D zichten.<\/span><\/p>\n Verder kan de representatie van de objecten in een zicht geconfigureerd worden op basis van object filters, om objecten afhankelijk van het doel van de 2D tekening anders voor te stellen – bijvoorbeeld om bepaalde types elementen opvallender of juist minder opvallend te maken. Dit kan gebruikt worden om bijvoorbeeld een onderlaag of een bestaande constructue licht grijs te maken op het zicht.<\/span><\/p>\n Er werd een nieuwe tool toegevoegd om automatisch camera’s in het model te maken op basis van macro-bollen of een handmatige selectie van onderdelen. Selecteer meerdere verbindingen\/macro’s en er wordt automatisch een dooscamera gemaakt voor elke geselecteerde macro, of selecteer een set geometrie\u00ebn en er wordt een camera gemaakt die rond de selectie past. Dit is vooral handig voor het maken van detailzichten voor verbindingen.<\/span><\/p>\n Als de gekozen primaire kijkrichting niet ideaal was, dan is even een grip van de camera verslepen voldoende om de kijkrichting te veranderen.<\/span><\/p>\n <\/p>\n Tekeningen en zichten kunnen nu automatisch worden genummerd op basis van een sjabloon tekst waarmee u het voorvoegsel, achtervoegsel en startnummer kunt kiezen.<\/span><\/p>\n Nummers worden opeenvolgend toegewezen op basis van het tijdstip van creatie, maar kunnen later worden bijgewerkt en zodra ze zijn gewijzigd, zal Parabuild andere zichten\/tekeningen hernummeren om conflicten te voorkomen wanneer dat nodig is.<\/span><\/p>\n Verder maakt een nieuw commando voor het hernummeren van zichten het mogelijk om snel alle zichten op een blad opeenvolgend te hernummeren, terwijl hun nummersjabloon nog steeds wordt gerespecteerd.<\/span><\/p>\n <\/p>\n De Parabuild benoemingen kunnen nu zicht symbolen en zicht verwijzingen tonen. Zicht symbolen zullen automatisch onder zichten geplaatst worden wanneer het zo geconfigureerd is in de tekening-instellingen en benoemings-stijlen.<\/span><\/p>\n <\/p>\n Toelichtings-benoemingen van detail- en doorsnedezichten die naar andere zichten verwijzen, kunnen worden gemaakt met behulp van het toelichtings-commando op camera’s in een zicht. Wanneer u een nieuw detail toevoegt aan een bestaand zicht, wordt er automatisch een toelichting getekend. Standaard bevat de toelichtings-benoeming het zichtnummer op de bovenste helft van de cirkel, en als het verwezen zicht op een andere tekening staat, bevat de onderste helft de tekeningnummer.<\/span><\/p>\n Zicht symbolen en toelichtingen worden bijgewerkt wanneer zichtnummers of tekeningnummers veranderen.<\/span> <\/p>\n<\/td>\n <\/p>\n<\/td>\n<\/tr>\n Zicht symbool voorbeeld<\/span><\/p>\n<\/td>\n Doorsnede zicht symbool voorbeeld<\/span><\/p>\n<\/td>\n<\/tr>\n <\/p>\n<\/td>\n <\/p>\n<\/td>\n<\/tr>\n Detail toelichting voorbeeld<\/span><\/p>\n<\/td>\n Doorsnede toelichting voorbeeld<\/span><\/p>\n<\/td>\n<\/tr>\n<\/tbody>\n<\/table>\n<\/div>\n Camera’s op het model kunnen tijdens het maken automatisch in de hoofdzichten worden ingevoegd, of ze kunnen naar binnen worden getrokken tijdens het vernieuwen van het zicht.<\/span><\/p>\n Het is ook mogelijk om zogenaamde verwijzende toelichtings-camera’s aan een zicht toe te voegen, op deze manier kan een enkel zicht worden gekoppeld aan meerdere toelichtingen op meerdere andere zichten.<\/span><\/p>\n Het is mogelijk om alle camera’s van een zicht te beheren in het nieuwe camerabeheer dialoogvenster.<\/span><\/p>\n De tekenaar kan de volgende wijzigingen aanbrengen:<\/span><\/p>\n In uitgelijnde zichten worden doos-gebaseerde detailcamera’s weergegeven met behulp van een rechthoek. Zichten die niet zijn uitgelijnd met de detailcamera, zoals bij isometrische zichten, kunnen de detailcamera nu ook weergeven als een 3D-doos ter ondersteuning van toelichtingen.<\/span><\/p>\n <\/p>\n <\/p>\n De weergave van objecten in de zichten kan op objectniveau worden overschreven. Er kunnen filters worden gemaakt om objecten te targeten op basis van layer, materiaal, structureel type en andere eigenschappen en geometrische kenmerken en deze objecten een bepaalde kleur, lijntype, transparantie toe te kennen, of ze volledig over te slaan in een specifiek zicht.<\/span><\/p>\n Voorbeelden van toepassingen hiervan zijn een onderlaag een grijze kleur geven, het transparant maken van betonplaten zodat de onderdelen erachter nog steeds volledig zichtbaar zijn, of het overslaan van bepaalde onderdeeltypen uit doorsnedezichten om ze overzichtelijker te maken.<\/span><\/p>\n Arceringspatronen kunnen worden geconfigureerd op basis van het materiaaltype of elke andere eigenschap van de onderdelen.<\/span><\/p>\n Er worden automatisch arceringspatronen getekend voor doorgesneden objecten op doorsnedezichten en op isometrische zichten die zijn bijgesneden.<\/span><\/p>\n \u00a0<\/span><\/p>\n Doorsnedezichten kunnen automatisch worden gemaakt voor merktekeningen, op basis van objectfilters om te identificeren welke onderdelen welk type doorsnedezicht moeten krijgen.<\/span><\/p>\n Instellingen voor automatische doorsnedezichten zijn zeer flexibel, waardoor de gebruiker veel aspecten van de doorsnedezichten kan kiezen, zoals:<\/span><\/p>\n <\/p>\n <\/p>\n Het is nu mogelijk om eenvoudige en complexe draadstangen te tekenen met hetzelfde hulpmiddel dat wordt gebruikt voor het tekenen van bouten, moeren en ringen.<\/span><\/p>\n Een draadstang kan maximaal 3 groepen materiaal vastdraaien, terwijl een normale bout slechts 1 groep materiaal kan vastdraaien. Aan elke kant van het materiaal kunnen maximaal 4 delen worden geactiveerd, voor een totaal van 8 delen per aanspangroep. Een groep kan ook een op zichzelf staande combinatie zijn van (vierkante) ringen en moeren, bijvoorbeeld voor ankers ingestort in beton. In dit scenario maakt de groep geen platen aan elkaar vast.<\/span><\/p>\n In de draadstang samenstellings-instellingen kunnen we het type onderdeel kiezen dat in elke positie moet worden gebruikt, en bij het tekenen van de eigenlijke draadstang kunnen we indien nodig afzonderlijke onderdelen activeren of deactiveren.<\/span><\/p>\n <\/p>\n Het is nu mogelijk om de volgende onderdelen aan de boutenbibliotheek toe te voegen en om ze te tekenen als onderdeel van een boutsamenstelling:<\/span><\/p>\n <\/p>\n Moeren en ringen kunnen nu zonder basisbout worden getekend. We kunnen hiervoor nog steeds hetzelfde boutobject gebruiken, wat ons alle voordelen van het boutobject geeft, zoals het gemak van tekenen en aanpassen, het automatisch maken van gaten en uniforme afhandeling in stuklijsten en exporteren.<\/span><\/p>\n Alleenstaande moeren kunnen solitair zijn, of een combinatie van moeren en ringen als ze moeten worden gebruikt met op maat gemaakte gebogen staven.<\/span><\/p>\n Het is nu mogelijk om Parabuild boutsamenstellingen en hun individuele onderdelen automatisch te laten nummeren: basisbout, moeren en ringen.<\/span><\/p>\n Voor samenstellingen en elk type boutonderdeel kunnen verschillende voorvoegsels en startnummers worden gekozen. Indien ingeschakeld, wordt de nummering van bouten automatisch uitgevoerd tijdens de bestaande nummerings-functies.<\/span><\/p>\n Genummerde boutsamenstellingen en onderdelen kunnen worden gebruikt in benoemingen en stuklijsten, en kunnen nuttig zijn op werkplaatstekeningen (voor werkplaatsbouten), Overzichtsplans (werfbouten), voor verzending en gebruik op locatie voor eenvoudige etikettering en identificatie.<\/span><\/p>\n Er werden enkele nieuwe stuklijsten toegevoegd zodat u gebruik kunt maken van deze nummers:<\/span><\/p>\n <\/p>\n <\/p>\n Parabuild kiest momenteel zelf de kleuren voor gelaste onderdelen, botsende onderdelen, etc… Nu is het mogelijk om in het zichtbeheer zelf de kleuren aan te passen, en dat op basis van bijna alle eigenschappen van de onderdelen. Hierdoor kan u veel meer met kleuren doen, zoals bijvoorbeeld een eigen kleurschema dat alle elementen een kleur geeft op basis van hun fase.<\/span><\/p>\n <\/p>\n Voor platen kan een spansymbool worden geactiveerd om een bepaalde richting op de werkplaatstekening aan te geven. De spanrichting kan worden gebruikt om de draagrichting van rooster- en vloerpanelen, de nerfrichting van hout of de richting van de vezels in vezelversterkte kunststoffen te bepalen. Er kan een referentiegeometrie worden gekozen en een extra hoek kan worden gespecificeerd. Het spansymbool kan zo worden ingesteld dat het ook de onderdeelnummering be\u00efnvloedt.<\/span><\/p>\n Deze tool kan ook worden gebruikt om de ori\u00ebntatie van het co\u00f6rdinatensysteem van een plaat te be\u00efnvloeden zonder het overspanningssymbool op de werkplaatstekeningen toe te voegen.<\/span><\/p>\n <\/p>\n Het commando voor het optimaliseren van de profiellengte berekent een geoptimaliseerde oplossing voor het snijden van profielen uit direct beschikbare voorraden.<\/span><\/p>\n Het optimalisatiecommando kan nu een volledig rapport van de artikelen aanmaken door het gekozen voorraadlengterapport samen te voegen met een ander rapport dat de onderdelen bevat die niet in de voorraadlengtes zijn opgenomen. Het volledige rapport kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor een voorschotlijst.<\/span><\/p>\n \u00a0<\/span><\/p>\n Productcodes kunnen worden gebruikt om artikelen uniek te identificeren die mogelijk gestandaardiseerd of kant-en-klaar verkrijgbaar zijn en een bijbehorende code hebben. Productcodes kunnen eigen formaten zijn, of ze kunnen gestandaardiseerd zijn, zoals UPC- of EAN-codes.<\/span><\/p>\n Wanneer een productcode nodig is voor stuklijsten of benoemingen, zal Parabuild deze opzoeken in \u00e9\u00e9n van deze bronnen:<\/span><\/p>\n <\/p>\n Benoemingsstijlen en -groepen zijn nu gesplitst: stijlen hoeven niet langer deel uit te maken van een groep en meerdere groepen kunnen naar dezelfde benoemingsstijl verwijzen. Dit maakt benoemingsstijlen veel eenvoudiger te configureren. Benoemingen met meerdere sjabloonteksten (bijvoorbeeld sjabloonteksten boven en onder een scheidingslijn) zijn eenvoudiger te configureren. Wanneer er meerdere sjabloonteksten zijn, zoals werktekeninginstellingen en benoemingsstijl, is het nu mogelijk om toe te kiezen welke van de invoer prioriteit krijgt.<\/span><\/p>\n <\/p>\n Merken hebben nu een naam en beschrijvingseigenschap die handig is om in stuklijsten te gebruiken. Deze eigenschappen kunnen een sjabloontekst zijn die een willekeurig aantal eigenschappen combineert, zoals het structureel type, het materiaal, de naam van het hoofdonderdeel, enz…<\/span><\/p>\n Deze eigenschap kan ook automatisch worden toegewezen met behulp van sjabloonteksten of via structureel type classificatie.<\/span><\/p>\n Wanneer de eigenschap niet is ingesteld voor een merk, dan wordt de standaardsjabloontekst voor dat merk gebruikt. Deze standaard kan door de gebruiker worden bepaald.<\/span><\/p>\n
\nZowel eenvoudige voorwaarden zoals het structurele type als complexe filtering die verschillende eigenschappen combineren zijn mogelijk, door het gebruik van het bestaande Parabuild filter systeem.<\/span><\/p>\n\n
Voorinstellingen voor montageplans en meerdere zichten per camera<\/span><\/span><\/h3>\n
Kleuren en lijntypes van 3D naar 2D zichten overbrengen<\/span><\/span><\/h3>\n
Automatische creatie van camera’s in het model<\/span><\/span><\/h3>\n
Tekening- en zichtnummers<\/span><\/span><\/h3>\n
Zicht symbolen en verwijzingen<\/span><\/span><\/h3>\n
\n
\n<\/span><\/p>\n\n\n
\n \n \n \n \n \n \n \n \n \n \n \n Camera’s in zichten<\/span><\/span><\/h3>\n
\n
De weergave van objecten overschrijven<\/span><\/span><\/h3>\n
Verbeterde arceringen in zichten<\/span><\/span><\/h3>\n
Automatische doorsnedezichten op merktekeningen<\/span><\/span><\/h3>\n
\n
Andere verbeteringen voor het genereren van tekeningen<\/span><\/span><\/h3>\n
\n
Draadstangen<\/span><\/span><\/h3>\n
Meer bout onderdeel types<\/span><\/span><\/h4>\n
\n
Alleenstaande moeren<\/span><\/span><\/h4>\n
Boutsamenstelling en nummering van boutonderdelen<\/span><\/span><\/h4>\n
Kleuren beheren in 3D<\/span><\/span><\/h3>\n
\u00a0<\/span><\/span><\/h3>\n
Span-symbool voor gewone platen<\/span><\/span><\/h3>\n
De lengte-optimalisatie kan nu volledige rapporten genereren<\/span><\/span><\/h3>\n
Product codes<\/span><\/span><\/h3>\n
\n
Wijzigingen in benoemingsstijlen<\/span><\/span><\/h3>\n
Naam en beschrijving voor merken<\/span><\/span><\/h3>\n