Parabuild gebruikt geometrische regels om een oplossing te berekenen. Deze oplossing is het coördinaten-gebaseerde 3D-model. De geometrische regels worden ten allen tijde bijgehouden in een macro, waardoor het 3D-Model opnieuw berekend kan worden indien een gegeven verandert. Een voorbeeld van zo'n verandering is de wijziging van de helling van een dakvlak.
De volgende hoofdstukken leggen uit hoe we deze geometrische regels moeten tekenen in modules.
De commando’s die in dit hoofdstuk besproken worden bevinden zich in een verborgen toolbar die u eerst moet activeren. Om deze te activeren doet u het volgende:
• Ga bovenaan naar de AutoCAD menu Tools, kies onderaan Customize, en dan Toolbars
• In het dialoogvenster selecteer de menu group: Parabuildnl
• Activeer nu de toolbar Geometrische regels
• Klik op Close
Macro's
Een macro is een verzameling van modules.
De macro zelf bevat geen geometrische regels, ze bevat enkel modules.
De macro biedt de gebruiker functionaliteiten die toelaten de macro te hergebruiken in verschillende situaties.
Als voorbeeld hiervan nemen we een hoekverbinding:
De hoekverbinding is gebaseerd op 2 profielen: de kolom en de ligger.
Het is mogelijk deze hoekverbinding te hergebruiken in een andere situatie: een geval waarbij de ligger onder een andere helling ligt, of waarbij de kolom en ligger andere profielen zijn (HEA200 ipv HEA220).
Wat bijvoorbeeld niet mogelijk is, is de hoekverbinding proberen te plaatsen op U profielen. De schotten zijn namelijk voorzien op de geometrie van een I-vormig profiel. De geometrieën waarop de schotten gebaseerd zijn ontbreken in de U-vorm waardoor de macro niet toegepast kan worden.
Een nieuwe macro maakt u aan met behulp van het icoontje met een rode bol. Meteen wordt gevraagd de naam van de eerste module in te geven. Een macro zonder modules heeft namelijk geen nut.
Modules
Een module is een verzameling van geometrische regels: als u een geometrische regel aanmaakt zal deze altijd in een bepaalde module geplaatst worden.
Het doel van modules is een verbinding op te splitsen in verschillende logische stukken.
Er is niets dat u verplicht een macro te maken met verschillende modules. U kan alles in één module tekenen als u wenst.
Met meerdere modules werken biedt echter verschillende voordelen:
• Het rekenwerk dat Parabuild nodig heeft om de macro op te lossen wordt sterk verminderd als er met meerdere modules gewerkt wordt.
• Modules kunnen hergebruikt worden bij het maken van nieuwe macro's (bijvoorbeeld de schotten van een hoekverbinding hergebruiken in een nieuwe nokverbinding).
• De logische opsplitsing van de verbinding in modules zorgt voor een overzichtelijkere macro tijdens het ontwerp, vooral wanneer ze veel onderdelen bevat.
Bij het toepassen van de macro (dus bij hergebruik van een afgewerkte macro) krijgt men de instelbare waardes van dimensies gegroepeerd per module te zien.
Opdat modules elkaar niet zouden tegenspreken, wordt er per module bijgehouden op welke elementen de module gebaseerd is en welke elementen ze aanpast/creëert.
Als een module een bepaald element (of een stuk ervan) nodig heeft, dan kan dat met één van de 3 'bezittingsgraden':
• Enkel erop gebaseerd (= vast). Dit wil zeggen dat de module het element gebruikt als basis en de module kan het element niet aanpassen of verplaatsen.
• Verplaatsen. De module kan het element zelf niet aanpassen, maar kan het wel verplaatsen.
• Flexibel. De module kan het element aanpassen en verplaatsen.
Met deze bezittingsgraden wordt ervoor gezorgd dat modules elkaar nooit zullen tegenspreken. Er is namelijk maar één module die een element als flexibel kan bezitten (hetzelfde geldt voor verplaatsen). Daarentegen is er geen beperking in het aantal modules die een element als vast element bezitten. Verplaatsen heb je alleen nodig als een element nooit intelligent aangepast moet worden maar wel verplaatst mag worden.
Alle elementen die gebruikt worden, worden met één van deze drie bezittingsgraden in de elementenlijst van de modules gezet. Hierop bestaat één uitzondering: profielen. Een profiel kan opgesplitst worden door middel van haar snedes. Het is dus mogelijk dat een module het profiel zelf niet flexibel bezit, maar wel een snede van het profiel. Zo kunnen verschillende macro's een profiel inkorten/verlengen of uitsnijden zonder dat ze het volledige profiel moeten bezitten (flexibel hebben). Modules kunnen zowel lijnsnedes als polylijnsnedes apart bezitten.
Modules worden serieel berekend door Parabuild. Als een macro berekend wordt, dan wordt elke module één voor één berekend. Parabuild kiest automatisch welke module eerst berekend moet worden. Dit hangt af van welke modules afhankelijk zijn van welk modules.
Als simpel voorbeeld nemen we een plaat met bouten: we hebben een module “plaat” die de plaat volledig bepaalt (breedte, dikte, ...). Dan hebben we een tweede module “bouten” die een boutenpatroon bepaalt tov de plaat.
De bouten module zal afhankelijk worden van de plaat module omdat de bouten module de plaat gebruikt als ‘vast’.
Parabuild zal eerst de plaat berekenen, daarnaa de bouten module.
Door deze seriele manier van berekenen mag de bouten module nooit een element aanpassen waarvan de plaat module afhankeleijk is. Dit zou een ‘cirkel’ van afhankelijkheid zijn, dat nooit berekend kan worden. Parabuild laat niet toe om zulk een ‘cirkel’ van afhankelijkheid te maken. Wanneer u zulk een cirkel maakt dan weigert Parabuild de geometrische regel te plaatsen. Hou hier dus rekening mee wanneer Parabuild uw geometrische regel niet plaatst.